De basis voor deze ideeën gaat lang terug naar toen ik nog veel in het christendom zat. Ik geloof nu dat er een scheppende kracht is maar niet dat er een religie is die hierover een volledig omvattende waarheid heeft. De manier waarop mensen te lijden hebben in deze wereld wordt vaak opgeworpen als argument tegen het bestaan van een scheppende kracht die ik gemakshalve even god noem. De basisaanname bij dit argument is echter dat er een “persoonlijke god” is tot wie je kunt bidden en die je gebeden verhoort. Het idee dat zoiets bestaat is voor mij onmogelijk gezien al het leed dat plaatsvind. Wordt er soms niet genoeg gebeden in Gaza? Onzin! Het is de mens die de architect is van dit leven, de vormgever van goed en kwaad. We kunnen in die zin beter met gevouwen handen naar ons eigen hart kijken dan met geheven handen naar de hemel. Ik denk dat we een eeuwig deel hebben ( onze ziel ) dat telkens opnieuw zichzelf manifesteert en probeert zichzelf te ontwikkelen in concurrentie en samenwerking met anderen, als een opgaande spiraal. En al hoewel we het ons niet herinneren zoals het leven waarin we leven, de pijn, indrukken, verlangens en dromen blijven bij ons. Zoals we als we “op de ziel getrapt” kunnen worden, we hebben er geen weet meer van maar de voetafdruk nemen we mee. Maar ook in positieve zin kunnen passies opnieuw opleven en andere levens aanraken. Dit is mijn eigen visie op de mens waarbij ik gebruik maak van filosofie, wetenschap en metafysica.
Quantum mechanica
Om te beginnen wil ik iets zeggen over de aard van alles voor zover momenteel bekend in de wetenschap. In de vroeg wetenschappelijke tijd zagen we alles als deeltjes. Licht was een deeltje, een atoom was een deeltje en dat bestond weer uit kleinere deeltjes (elektronen, neutronen en protonen). In 1801 werd er en heel interessant experiment gedaan door Thomas Young, het “double slit experiment”. In dit dit experiment werden elektronen op twee spleten kort naast elkaar geschoten een voor een om zeker te zijn dat de ene elektron niet met de ander interacteerde. Het resultaat was verbluffend. In plaats van twee banden, er waren immers twee spleten, op de achtergrond ( een fosforescerende laag ) werd in plaats daarvan een interferentiepatroon zichtbaar. Het was een interferentiepatroon zoals bij de interactie van twee golven. Maar hoe kon dat? De deeltjes gingen toch een voor een? Wiskundig gezien is dit verklaard, het idee is dat het deeltje zich gedraagt als een golf van kansen en door beiden spleten gaat, met zichzelf interfereert en op de achterwand pas zijn definitieve positie inneemt. De deeltje is zo bezien de een deeltje en een golf. Dit wordt de deeltjes-golf paradox genoemd. Opmerkelijk is dat als we het deeltje “observeren/meten” bij de spleet om te zien welke spleet het neemt dan wordt het direct een deeltje en zien we toch weer twee strepen. We moeten dit meenemen als we nadenken over bijvoorbeeld de filosofie van de geest.
Het zijn
Het bestaan is steeds 'meer' dan het feitelijk is... Het is existentieel datgene wat het in zijn zijnsmogelijkheid nog niet is. - Heidegger
Heidegger oppert hier eigenlijk dat niet alleen deeltjes golven van waarschijnlijkheid zijn maar dat ook ons “zijn” een golf is van nog niet gerealiseerde mogelijkheden die we zijn en niet zijn, wat logisch lijkt ook ons brein is gemaakt van kwantum deeltjes ( zowel deeltjes als golven ). Je zou kunnen zeggen dat pas bij het kiezen van een van de kwantum mogelijkheden de keuze van “golven” naar “deeltjes” gaat. Hij zegt dat de grenzen van wat we kunnen kiezen in het moment beperkt worden door wie we “zijn” en door de situatie als een grote golf van waarschijnlijkheden die allemaal tegelijkertijd wel en niet bestaan. Maar als ik dat samenvattend benader dan is er dus ons fysieke zijn en de mogelijkheden die te samen “dasein” maken zoals Heidegger het omschrijft. Zoals ik het zie moet er ook een deel zijn van ons wat kiest ( aspect van de de ziel ). Onze oorsprong of ego noem ik een zelfgecreëerde materialisering van wie we willen worden in dit leven en wat we willen ontwikkelen, bereiken en/of verwerken. Het lichaam/hersenen zijn de verwezenlijking van deze oorsprong en noem ik onze manifestatie. Ik denk dat onze oorsprong, manifestatie en wat de waargenomen omstandigheden zijn in kwantumstaat verkeren en dat de combinatie hiervan een veelheid aan mogelijkheden oplevert. De ziel maakt een keuze en probeert zo de oorsprong te manifesteren. Er is ook een voortdurende interactie met de ziel, je zou het de drie-eenheid "mens" kunnen noemen. De drie componenten zijn dus de ziel, de oorsprong en de manifestatie. Ziel is in mijn optiek eeuwig en de oorsprong en manifestatie sterfelijk/tijdelijk.
De ziel
In de wiskunde bestaat zoiets als een vector. Een vector is in strikte iets wat aangeeft wat de richting en grootheid zijn van een fysische grootheid zoals snelheid. Maar ik denk dat de ziel eigenlijk ook een soort persoonlijke collectie vectoren is. Bijvoorbeeld ik vind eerlijkheid belangrijk (grootheid) maar ik heb ook een idee van wat ik vind dat eerlijkheid is (richting) en ik vind het in meer of mindere mate belangrijk (lengte of grootte). Zo bezien kunnen we deze eigenschap van de ziel beschrijven in een vector met dien verstande dat de persoonlijke definitie van eerlijkheid ook iets zegt over waar hij zich bevind ten opzichte van andere vectoren. Het kan zijn dat ik liefde op vergelijkbare wijze belangrijk vind maar zoals de meeste van ons weten is dit altijd een spanningsveld. Ik vind dat vectoren een mooie manier is om hierover na te denken omdat het complex aan factoren die samen een heel ingewikkeld krachtspel vertonen. Daniel Dennett vergelijkt besluitvorming met een krachtenspel tussen verschillende opties en motieven in ons brein, vergelijkbaar met hoe spieren samentrekken onder invloed van verschillende neurale signalen. Ik vindt dit een mooie analogie voor de ziel, onze ziel is wat ons drijft. Ik zie de ziel als het een eeuwig deel van onszelf wat voortdurend in interactie is met onze bron en de manifestatie.
Onze oorsprong en manifestatie
Onze oorsprong en manifestatie verschillen in die zin dat in oorsprong alles zit wat we in dit leven voor ogen hebben maar dit kan zich pas gradueel in het leven manifesteren, dit creëert frictie. Ook zie ik de oorsprong ook als een dynamisch iets. Iedereen kan dit herkennen, we willen veranderen en we hebben een keuze gemaakt maar het realiseren kan niet zomaar dat vergt tijd en telkens opnieuw de keuze maken. In zekere zin is de manifestatie ofwel ons conservatieve deel die ons voortdurend tegenhoudt, en behoed voor al te grote veranderingen. Onze oorsprong is progressief, wil vooruit, wil ontwikkelen.
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak - Mattheüs 26:41
Sneller gaan dan ons lichaam aankan zorgt voor problemen maar ook ontwikkeling die haaks staat op onze oorsprong kan voor psychische problematiek zorgen.
Reïncarnatie
Zo bezien denk ik dat het de ziel is die reïncarneert en voortdurend vaardigheden opslaan in de ziel alsook zichzelf ontwikkelt in de zin dat vectoren door het leven veranderen en meegenomen worden naar het volgende leven. Mijn beeld van de mens is dat een mens, of die nu “goed” of “slecht” leeft, voortdurend leert, leven in en leven uit. Goed of slecht is zo bezien wel en niet aard. Ik denk dat “slecht” ontstaat als er een vector in grote mate uit balans is met de andere vectoren, dit kan in het leven zelf ontstaan door bijvoorbeeld een trauma. Bijvoorbeeld zelfbewustzijn kan in extreme vormen egoïsme worden zelfs narcisme worden. Negatieve ervaringen kunnen zorgen voor lage eigenwaarde en mogelijk voor een negatief zelfbewustzijn. Zelfbewustzijn en bescheidenheid zijn er bijvoorbeeld twee die een evenwicht zouden kunnen maken en elkaar behoeden voor disbalans. Aristoteles ( Griekse filosoof ) zegt bijvoorbeeld dat we deugden zoals moed moeten ontwikkelen. Dit doen we op een manier waarbij tegenpolen, lafheid en roekeloosheid, met elkaar in evenwicht zijn en we kunnen spreken van moedig. Dat is een relatie maar relaties hebben ook weer relaties met relaties en zo komen we bij het ingewikkelde krachtenspel van vectoren. We sluiten daarmee af met de kern van het taoïsme, yin en yang, waarbij de mens wordt gezien als een voortdurend ontwikkeld evenwicht tussen yin (positief) en yang (negatief). Voorbeelden hiervan zijn:
In de natuur:
- Dag (yang) en nacht (yin)
- Zon (yang) en maan (yin)
- Vuur (yang) en water (yin)
- Berg (yang) en dal (yin)
In eigenschappen:
- Actief (yang) en passief (yin)
- Warm (yang) en koud (yin)
- Hard (yang) en zacht (yin)
- Uitwendig (yang) en inwendig (yin)
In menselijke relaties:
- Spreken (yang) en luisteren (yin)
- Geven (yang) en ontvangen (yin)
- Leiden (yang) en volgen (yin)
Belangrijk is dat niks ooit absoluut yin is of yang, Yin en Yang is de relatie tussen twee aspecten en een aspect kan zowel yin als yang zijn in verschillende relaties. Ik denk ook dat we het Stoïcisme zo moeten zien. Stoïcisme zegt dat we moeten leven in overeenstemming met de natuur en de natuur in optima forma is balans tussen dag en nacht, leven en dood. Alles is onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Conclusie
De ziel wil zich ontwikkelen en manifesteren en heeft daar het leven voor nodig. Psychische problematiek ontstaat dan ook in mijn optiek wanneer de discrepantie te groot tussen ziel/bron en de manifestatie is of een vector onevenredig groot en uit balans is door bijvoorbeeld een trauma. Willen we onszelf herstellen dan moeten we dus beginnen bij onszelf leren kennen en onderkennen hoe we ons willen ontwikkelen en dat realiseren. Daarna zullen we moeten nagaan wat er uit balans is en dat herstellen, dat is de basis. In mijn volgende post over zelfontwikkeling ga ik hier nader op in. Vervolgens kunnen we aan de slag met nieuwe dingen ontwikkelen die hun oorsprong vinden in de ziel.
Reactie toevoegen